Janice Walker was een vrouw op zoek naar kennis, hoop en optimisme die anderen altijd aanmoedigde om dromen te realiseren. Ze werd geboren op 4 april 1940 in Gunnison, Colorado. Haar vader Bob Walker was een fotograaf met een eigen studio; haar moeder Letha Walker was, totdat ze haar twee kinderen kreeg, lerares. Janice woonde samen met haar ouders, broer en hond in de prachtige woonomgeving van Colorado, omringd door bergpieken. Bergpieken die haar en haar broer – samen met de waarde van het onderwijs en de intellectuele uitdaging – geïnspireerd hebben om opleidingen in Boston en New York te gaan volgen. Janice studeerde af aan de Juilliard School of Music als violist en kreeg een baan bij het Rotterdams Philharmonisch Orkest. Ze volgde haar artistieke dromen, wilde de wereld volop ervaren met haar heldere, actieve geest.
Na een aantal Nederlandse jaren vertrok ze naar Australië, waar ze als altviolist werkte bij het Sydney Symphony Orchestra. Daar deed ze een opleiding om Suzuki leraar te worden. Uiteindelijk keerde ze terug naar Nederland en werd Nederlands burger omwille van haar liefde voor dit land. Ze hield ervan om mensen te ontvangen en te verzorgen; zij deelde graag haar enthousiasme en grote ontzag voor het leven. De afstanden hebben haar nooit belet een innige band met haar familie en vrienden over de hele wereld te blijven onderhouden. Janice was een actief en leergierig mens. Ze leerde zichzelf Japans, vervolgens Mandarijn en daarnaast studeerde zij ook altviool. En zij sponsorde niet alleen een jongen in China. Ze ging ook naar hem toe om hem en zijn familie te ontmoeten, wetende dat het verzenden van geld alleen, niet genoeg was.
In april 2013 werd bij Janice een zeer ernstige ziekte geconstateerd. Ze zat gevangen tussen willen leven en weten dat haar leven ten einde liep. Terwijl ze stervende was wist ze dat ze geliefd werd door iedereen; familie, vrienden, collega-muzikanten, studenten, buren en kerkleden. Andersom hield zij ook van al die mensen en ze was dankbaar voor de vreugde die deze contacten haar hebben gebracht. Ze was naast mentor en inspirator ook groot kattenliefhebber, een eigenzinnige “crazy cat lady”. Bovenal een vrouw die tot het allerlaatste moment de rijkdom van het leven omarmde en dit motto graag deelde met mensen.